Artikel 3.2
-
1Deze paragraaf is van toepassing op het lozen van grondwater bij ontwatering, niet zijnde:
a.grondwater vanuit een proefbronnering in het kader van een saneringsonderzoek of vanuit een bodemsanering als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid;
b.drainagewater afkomstig van telen in een kas als bedoeld in artikel 3.70, en
c.drainagewater als bedoeld in artikel 3.87, negende lid.
Bij het lozen wordt ten minste voldaan aan het tweede tot en met tiende lid.
2Het lozen op of in de bodem is toegestaan.
3Het lozen in een oppervlaktewaterlichaam is toegestaan indien:
a.het gehalte onopgeloste stoffen in enig steekmonster ten hoogste 50 milligram per liter bedraagt; en
b.als gevolg van het
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.